Melkveehouder Heeg bespaart jaarlijks € 20.000,- door scheiden mest

Melkveehouder Heeg zet mest om in duurzame energie

Melkveehouder Pieter Heeg uit het Friese Hinnaard nam begin oktober 2016 de monovergister van energiecoöperatie Jumpstart in gebruik. Met de ingebruikname van deze monovergister wil melkveehouder Heeg mest net zoals melk behandelen; een product waar iets aan kan worden verdiend.

Pieter Heeg heeft samen met zijn vader Minne Heeg een melkveebedrijf met 156 melkkoeien en bijhorend jongvee. De melkveehouders hebben in totaal zo’n 75 hectare grond in gebruik. “De bedoeling is om in de toekomst  te groeien naar 175 stuks melkvee. Met de huidige regelgeving moeten wij al een deel van onze mest buiten ons eigen bedrijf afzetten en met de beoogde groei  in de toekomst zal dat alleen  maar meer worden”, vertelt Pieter Heeg.

De monovergister haalt methaangas uit de mest. Dit methaangas wordt  gebruikt om elektriciteit op te wekken waar FrieslandCampina vervolgens de stroom mee afbetaalt voor de CO2 reductie. Achter de monovergister staan een mestscheider en een mestkraker. De digistaat die na de vergisting overblijft gaat naar de Keydollar mestscheider. Deze Keydollar mestscheider scheidt de digistaat in dikke en dunne fractie. De dunne fractie wordt  verder verwerkt in de mestkraker. “Op deze manier hoeven wij in de toekomst geen onverwerkte mest meer af te zetten”, aldus Pieter Heeg.

De dikke fractie wordt ogeslagen in een mestbak van MBS Beton. Pieter Heeg kan de dikke factie kosteloos afzetten bij een akkerbouwer.  In de mestkraker van Winstal, die gebruik maakt van de restwarmte van de monovergister, worden het stikstof- en fosfaatgedeelte uit dunne fractie gehaald. Het fosfaatgedeelte wordt afgevuld in ‘big bags’. “Deze ‘big bags’ met fosfaat zijn bestemd voor export”, licht Pieter Heeg toe. De stikstofhoudende fractie voegt de Friese melkveehouder  toe aan het kalideel. “Dit is hierdoor een prachtig product, wat wij mooi naar  eigen land terug kunnen brengen.”

“Door de stikstof en het fosfaat uit de mest te halen kan Heeg aanzienlijk besparen op de mestafzetkosten. “Als wij geen gebruik zouden maken van verdere verwerking van mest zouden wij op dit moment nog ongeveer 1.500 kuub mest moeten afzetten tegen een prijs van €16,- per kuub. Deze kosten komen nu te vervallen, net als de VVO’S die nu niet meer nodig zijn. Dat scheelt op jaarbasis zeker nog eens  €20.000,-“, aldus Pieter Heeg.

gescheiden witvlees kalvermest mestscheider keydollar

Is mest het bruine goud?

Mest verzilveren

Boeren moeten verplicht worden om mestoverschotten naar centrales te brengen, vindt de commissie-Nijpels. Het advies: haal er waardevolle stoffen uit en verkoop die op de wereldmarkt. Mest als goudmijn, hoe realistisch is dat?

Terwijl fosfaat wereldwijd schaarser wordt, komt Nederland er in om. Deze belangrijke stof voor de voedselproductie zit overvloedig in mest. Haal het er uit en verkoop het, zegt de commissie-Nijpels. „De gedachte erachter is uitermate boeiend”, zegt ir. Nico Verdoes. De mestexpert van Wageningen Univesity & Research trof in het rapport van Nijpels open deuren aan, maar ook twee inspirerende uitgangspunten: „Grootschalige mestverwerking en een mestcertificeringssysteem.” „De urgentie is er. Aanvankelijk leek er voor nog slechts 6o jaar fosfaat in de mijnen te zitten. Dat zou betekenen dat er al snel geen leven op aarde meer mogelijk is. De jongste schattingen gaan echter uit van po jaar. We hebben iets meer tijd.” Die is nodig ook. Want wat Nijpels voor ogen heeft, zegt Verdoes, bestaat nog nergens.

Wat kan er al wel?
„Er zijn tientallen mechanische mestscheiders. Die maken een dikke en een dunne fractie. De dikke bevat vooral organische stof en fosfaat. Op dit moment exporteert Nederland veel dikke fractie. De export van fosfaat is prima, maar eigenlijk hebben we de organische stof zelf nodig, want de bodemvruchtbaarheid loopt hier terug. Dus wat nodig is, is een techniek om die twee te scheiden. Kleinschalig zijn er proeven, maar het is lang niet uitontwikkeld.”

Wat maakt fosfaat afscheiden zo lastig?
„Fosfaat zit vast in fytinezuur. Dat zijn ringen met allemaal elementen erin, onder andere het element fosfaat. Om die uit de celstructuur los te maken, heb je hele sterke zuren nodig. Nadeel is dat je dan de organische stof beschadigt. Nog lastiger is het om fosfaat heel zuiver uit de mest te halen. Het is vaak ‘bevuild’ met organische stof.”

Andere opties?
„Een andere methode is verbranden. Dat gebeurt in Moerdijk met jaarlijks 400.000 ton pluimveemest. De fosfaat die hier uit komt, is moeilijk oplosbaar. Het wordt toegepast in wegenbouw en in bakstenen. Eigenlijk is dat een verlies van fosfaat. Je brengt het niet in de landbouw-kringloop. Het proces is ook duur, want de schadelijke stoffen die bij verbranden vrijkomen, worden afgevangen met dure apparatuur.”
Kunnen bacteriën iets betekenen? „Jawel. Nadeel is dat biologische systemen moeilijker te sturen zijn, en je kunt nooit alle fosfaten winnen.”

Fosfaat laten neerslaan, zoals bij waterzuiveringen gebeurt?
„Dan maak je er korreltjes van, zoals struviet. In de waterzuivering is struviet zuiverder te isoleren dan bij de mestverwerking. Het kost dan ook veel geld om het los te maken.

“Dit klinkt in de verse verste niet naar een oplossing.
„We hebben nog een lange weg te gaan. Er is veel fundamenteel onder-zoek nodig voordat we zuiver calciumfosfaat of zuivere struviet uit mest kunnen winnen. Wil je er iets mee doen in een mineralenkring-loop, dus terug in de landbouw, dan moet je voldoen aan eisen van de kunstmestfabrikant, zoals een behaalde zuiverheid, grote hoeveelheden en een goede prijs. Voorlopig kunnen we het goedkoper uit een fosfaatmijn halen.”

Nijpels noemt de voedselindustrie al als gedroomde afnemer.
„Jaha. Voedseladditieven…dat is nog weer een paar stapjes verder. Je kunt bijvoorbeeld fosforzuur maken uit fosfaat, en dat kun je toepassen in cola. Ik heb ooit aan iets dergelijks meegewerkt, het ging toen om een middel voor varkensvoer. Een ontzettend tijdrovend traject met labo-ratoriumstudies, pilots, allerlei certificeringssystemen. Je moet een enorm dossier overleggen. Je bent zo tien jaar verder.”
Hoe realistisch is het plan-Nijpels? „Het is een oplossing voor de lange termijn, niet voor de korte. Het formuleert een onderzoeksopdracht en zet sporen uit.”

Wanneer is er op zijn vroegst een profijtelijke oplossing?
„Dat duurt zeker meer dan tien jaar. Het is ook afhankelijk van de fosfaatprijzen. Een paar jaar terug gingen de fosfaatprijzen ineens enorm om-hoog na alarmerende signalen over uitgeputte mijnen. Later werden die afgezwakt en daalden de prijzen. Zodra fosfaat heel erg duur wordt, heb je snel interessante business.”

Nijpels ziet ook kansen voor stik-stof, kalium en zink.
„Stikstof winnen gebeurt al. Dat is simpel, maar het brengt niet veel op. Kali is een vrij klein element dat overal doorheen fietst, je kunt het niet scheiden. Wel zijn er dure me-thoden om kalizouten te maken. Daarmee hebben we geëxperimen-teerd op de Daisy Campus. Er zijn ook experimenten met de produc-tie van stikstofkaliconcentraat uit mest. Als je daar de stikstof uithaalt, hou je ook kali over. Dat gebeurt nu op ongeveer acht plekken, vooral op loonbedrijven met varkens-mest.”

Nijpels pleit voor centrale verwerking. Is decentraal niet handiger?
Het scheelt transportkosten. „Ik zie niet snel gebeuren dat veehouders zelf een installatie neerzetten waarin ze kalizout maken of zuiver fosfaat winnen. Veehouders zijn geen procestechnologen. We hebben dat gezien bij de covergistingsinstallaties op bedrijfsniveau. Die zijn bijna allemaal ter ziele. Boeren hebben geen tijd voor inkoop van grondstoffen of temperaturen monitoren. Wil je ingewikkelde producten maken, dan heb je technologische hoogstandjes nodig. Die zijn voorbehouden aan centrale fabrieken. Daar zitten de experts, de operators en de storingsdiensten. Uiteindelijk zal een installatie van 100.000 kuub goedkoper zijn dan tien installaties van 10.000 kuub.”

Waar moeten die centrales staan?
„Dat wordt een probleem. Het Zuiden lijkt logisch, te midden van de varkensboeren. Die hebben geen eigen grond. Maar in het Zuiden is veel weerstand van de bevolking. Sinds de uitbraak van Q-koorts, die niets met varkens had te maken, is er grote angst voor enge ziektekiemen. Alle bouwplannen van mestverwerkingbedrijven worden er momenteel tegengehouden. In melkveegebieden zijn ze minder logisch. Melkveehouders hebben een mestoverschot van gemiddeld ongeveer 20 procent. Zij kunnen hun mest goeddeels kwijt op het eigen bedrijf. En in het Noorden ook mak-kelijk op akkerbouwgrond in de buurt. Momenteel zie je dat varkens-mest op de binnenlandse markt wordt verdrongen door mest van melkveehouderijbedrijven. Die kunnnen meer betalen en hun transportkosten zijn lager door de nabijheid van akkerbouw gebieden.”

Wat is het verhaal achter de kwaliteitsborging die Nijpels voorstelt?
„Alle verwerkende of producerende sectoren werken met een kwaliteitssysteem. Melk voldoet aan eisen, kunstmest ook, anders mag het de markt niet op. Mest voldoet nog nergens aan. Als je van mest een waardevol product wilt maken, terwijl het nu als afval wordt beschouwd, heb je kwaliteitseisen nodig. Zo’n systeem kan je alleen opzetten bij grootschalige verwerking,”

Welke factoren kunnen het succes van centrale scheidingsfabrieken ondermijnen?
„Allerlei bedrijven bezien hun afval in nieuw licht en kijken wat er te upcyclen valt. Als je uit een ander afvalproduct veel goedkoper fosfaat kunt winnen, krijgt de mestsector het erg moeilijk.”

Is het slim om in te zetten op hoog-waardige toepassingen?
„Je kunt mikken op producten met een lage toegevoegde waarde, clan heb je op korte termijn een oplossing. Maar vanuit de circulaire ge-dachte is het logisch te streven naar een zo hoog mogelijk toegevoegde waarde. Om daar te komen, is veel tijd en geld nodig.” „Een van mijn collega’s is in de top van de waardepiramide bezig. Hij zoekt naar een antibioticum in mest, naar hormonen, naar vezels en eiwitten. Stel dat hij er in slaagt eiwit te isoleren dat helpt bij de bestrijding van kanker, dan is hij spekkoper. Dan is mest van onschatbare waarde. Om daar te komen, is een moeizame weg van tientallen jaren.”

Is mest het bruine goud?
„Haha. Men wordt al wat wijzer. Oud-minister Gerda Verburg van Landbouw gebruikte die term. Nijpels is gematigder. Hij spreekt van `waarde verzilveren’.”

 

Bron: IRENE OVERDUIN – Leeuwarder Courant – zaterdag 12 november 2016

mestboete fosfaat mestscheider

Onrealistische gehaltes of echt haalbaar?

Onrealistische gehaltes of echt haalbaar?

En weer staat de RVO op de stoep, of ze mestboekhouding mogen inzien. Veehouders worden tegenwoordig nauwlettend in de gaten gehouden. Want wat is er tegenwoordig veel haalbaar. Met mestscheiding worden gehaltes in de mest gehaald waardoor de RVO zich toch steeds weer achter haar oren krabt. Het is dan ook zaak dat er kan worden aangetoond dat deze cijfers kloppen en dat er met de huidige technieken veel haalbaar is. Zo zorgt mestscheiding er voor dat er geconcentreerd fosfaat kan worden afgezet. Maar met extra voor en na bewerking tijdens het scheiden blijkt nog veel meer te halen. Natuurlijke scheiding vooraf, bezinking, herscheiden en dan ook nog nadrogen in de zon. Hiermee worden gehaltes gehaald die elke keer weer die vraag naar voren haalt: ‘onrealistisch of echt haalbaar’?

Alles wordt in het teken gezet om de mestafzetkosten te drukken want de kostprijs in Nederland ligt al zo hoog. En het is nou eenmaal efficiënter mest met hoge gehaltes af te zetten in plaats van water. Met gehaltes van 15 g/kg in de dikke fractie van witvlees kalveren mest na scheiden met een Keydollar DryBed zien we direct dat mestscheiding zijn vruchten afwerpt. Ook bij varkensmest, en zeugenmest in het bijzonder, worden er gehaltes bereikt van rond de 15 g/kg. Toch zijn er maar weinig veehouders die hiermee naar buiten komen want wie gelooft hen nu nog? Onze perschroef mestscheiders zijn in staat werkelijke hoge gehaltes in de dikke fractie te halen, helemaal als we op het klant bedrijf in staat zijn dit samen toe te passen met bezinking. Onze scheiders halen dan ook het fijne fosfaat naar de dikke fractie. Het is dan ook zaak dat dit soort gehaltes begrepen worden. Veehouders zijn geen criminelen maar ondernemers die elke kans aangrijpen om hun hoofd boven water te houden. Als ze dat doen met eenvoudige vernieuwende technieken, moet daarvoor altijd ruimte zijn. De praktijk toont aan dat de theorie over persschroeven niet meer altijd klopt!

Westra groene stroom boerderijstroom

Keydollar 100% groen dankzij de inkoop van groene stroom

Keydollar 100% groen dankzij de inkoop van groene stroom

Keydollar is overgestapt op écht groene stroom van Boerderijstroom. De mestscheider leverancier uit Balk neemt vanaf nu duurzame energie af van kleinschalige energieprojecten opgewekt door lokale boeren, ondernemers en particulieren uit Zuidwest Friesland.

Edze Westra, directeur van Keydollar: “Keydollar heeft gekozen voor Boerderijstroom vanwege de goede condities en de duurzaamheid. Op beide punten kwam Boerderijstroom als beste uit de bus. Boerderijstroom levert 100% groene stroom die volledig lokaal wordt opgewekt.

Wij vinden het belangrijk om te weten waar onze producten vandaan komen. Boerderijstroom helpt ons deze herkomst nog verder te herleiden. Zo kwamen wij er achter dat één van onze klanten De Betonpleats uit Oudemirdum ook stroom produceert voor Boerderijstroom. Hoe mooi is dat?”, sluit Edze Westra af.

Over Boerderijstroom
Boerderijstroom wil lokale ondernemers die duurzame energie produceren rechtstreeks in contact brengen met consumenten en kleine ondernemers. De groene stroom komt uit eigen regio en is afkomstig van kleinschalige energieprojecten van lokale boeren, ondernemers en particulieren met zon- en windenergie. Het schoon opwekken van energie zorgt ook voor onze bijdrage aan goede doelen en duurzame projecten. En hiermee draagt Boerderijstroom bij aan haar missie: energie waar je blij van wordt!

Voor meer informatie ga naar www.boerderijstroom.nl

mest fosfaatrechten metscheider

Waar blijft ons fosfaat?

De laatste decennia is er een opvallende tendens voor de gehaltes in  rundvee mest. Deze blijven dalen ondanks het mestoverschot. Dit heeft te maken met de verscherpte bemestingsnormen, hierdoor kan er minder bemest worden. Door minder mest op het land ontstaan er lagere gehaltes in het gewas. De koe neemt dit op met als gevolg dat er lagere waardes in de mest ontstaan. Ook zijn melkveehouders tegenwoordig volop bezig om hun voerbenutting te verbeteren waardoor de mineralen in het voer veel beter benut worden en er minder mineralen achter blijven in de mest.

In 2002 bevatte rundveedrijfmest namelijk in totaal 4,4 kilo stikstof per kuub, voor dit jaar is de norm aangepast naar maar 4 kilo per kuub. Wat opvallend is, is dat het drogestof percentage nauwelijks verandert en ook de verhouding totale stikstof ten opzichte van minerale stikstof houdt dezelfde waarde. Ook het fosfaatgehalte daalt, in 2002 bevatte een kuub rundveedrijfmest 1,6 kilo fosfaat, nu wordt met 1,5 kilo gerekend.

Uit de verwerkte resultaten blijkt wel dat er grote verschillen voorkomen. Bijvoorbeeld: voor Ntotaal geldt een gemiddelde van 4 kg, maar in 95 procent van de monsters varieert dit tussen de 2,6 en 5,4 kg per m3. Voor een goed advies is dus een monster van een goed gemixte put noodzakelijk.

Waar een nog grotere daling te zien is, is bij de vleesvarkensdrijfmest. Het stikstof totaal ging iets omlaag naar gemiddeld 7 kg per m3. Fosfaat daalde sinds 2011 van 4,6 naar 3,9 kg per m3 en wat ook heel opvallend is, is de forse daling van de kali. Van 7,2 in 2002 naar 4,7 kg per m3 het afgelopen jaar. Deze daling is mede een reden voor de toenemende noodzaak om bij mais extra kali toe te dienen. Ook in deze mest werd het drogestof percentage hoger, van 9 procent in 2002 naar 10,7 procent in de huidige tabel. Daarin weerspiegelt zich de steeds hogere wordende kosten voor de afzet van mest. Wie drogere mest heeft hoeft minder kuubs af te voeren. Mestscheiding biedt hierbij een goede mogelijkheid. Hoe droger de dikke fractie hoe hoger het fosfaat, hoe minder kuubs mest afgevoerd hoeven te worden. Een andere voordeel is dat de verhouding Stikstof/fosfaat dichter bij elkaar komt liggen waardoor er minder snel een fosfaat gat kan ontstaan. Is er een teveel aan fosfaat en een tekort aan stikstof, gebruik dan juist de dunne fractie met veel stikstof en een laag fosfaat.

 

Lease mestscheider mest

Leasen van een mestscheider; direct geld besparen op strooiselkosten!

Het wordt de laatste jaren vaak toegepast: ‘financial lease op machines’. Een mogelijkheid om toch gebruik van een nieuwe machine te maken zonder eerst een flink bedrag in 1x te investeren. Zo ook op mestscheidings machines.  Dit om kosten te besparen op mestafzet en/of strooiselkosten zonder dat een veehouder in 1x een grote investering hoeft te doen. Toch zijn veehouders vaak huiverig omdat ze vast zitten aan een contract. Maar wat houdt u tegen wanneer direct kan worden aangetoond dat  de besparing groter is dan de leasekosten?  Zo bieden leasemaatschappijen meerdere mogelijkheden van lease. Zo kan u zelf kiezen over welke periode u de machine wilt lease en in hoeverre de kosten gespreid worden. Ook wordt bij leasing de scheider op de economische balans van het bedrijf gezet wat inhoudt dat u op deze machine kan afschrijven, een zeer interessante constructie. Hieronder ziet u een duidelijk overzicht van de voordelen van financial lease.

Voordelen financial lease:

  • Geen groot investeringsbedrag nodig
  • De kosten worden gespreidt
  • Geen lening nodig
  • Direct veel meer strooisel in uw ligboxen
  • Gelijk rendement
  • Lease periode zelf bepalen
  • Gelijk verbetering technische resultaten door beter koeien welzijn

Nadelen:

  • Maandelijkse kosten
  • Aanschafprijs op lange termijn iets hoger dan wanneer er in 1x geïnvesteerd wordt (maar wel sneller rendement).

Vb. berekening:

Een melkveehouder met 100 melkkoeien heeft op jaarbasis € 8.000 aan strooiselkosten. Hij overweegt om een mestscheider aan te schaffen maar heeft momenteel niet de financiële mogelijkheden om deze machine aan te schaffen.  Hij overweegt dan ook om de machine te leasen . Hij wil de machine leasen over een periode van 5 jaar. Hij betaalt dan €402 per maand (voor de COMPLETE GEÏNSTALLEERDE INSTALLATIE. De leasekosten zijn € 4.824 per jaar. € 4.824 x 5jaar= € 24.120,- totale kosten zonder onderhoud en elektriciteit

De mestscheider wordt afgeschreven in 10 jaar. De jaarkosten qua onderhoud en elektriciteit zijn dan  € 900,- x 10jaar = € 9.000,-. Dit bedrag tellen we bij de aanschafprijs van  € 24.120,-, dit resulteert in totale kosten van € 33.120,- voor strooisel over tien jaar. Als er met zaagsel gestrooid zou worden zou dit € 8.000x10jaar=€80.000 kosten. Besparing: €80.000- €33.120=€46.880/10 jaar= € 4.688,- per jaar bespaard. En dan rekenen we met een economisch levensduur van 10 jaar, maar als de scheider langer mee gaat is uw voordeel nog groter!

Zoals u ziet kunt u flink besparen door mest te scheiden zonder dat u 1x een groot bedrag investeert. Het is dan ook wel van belang dat een specialist u kan adviseren waarom u wel of niet voor de lease van een mestscheidings machine moet kiezen. Wij van Keydollar bekijken voor u de mogelijkheden om zorgeloos gebruik te maken van financial lease op mestscheiders. Waarom uitstellen van besparen terwijl de mogelijkheden voor het behouden van geld in uw portemonnee binnen handbereik liggen?

bespaar op kunstmest met een mestscheider

Waar zitten de perspectieven van de fosfaatrechten?

In Januari 2017 worden de fosfaatrechten in de melkveehouderij ingevoerd met grote gevolgen van dien. Veehouders worden beperkt in de groei van hun bedrijf. De zoveelste regel die na verplichte mestverwerking en grondgebondenheid is ingevoerd. Toch wordt het gezien als een onontkoombare maatregel waarmee afschaffing van derogatie voorkomen kan worden.  De totale Nederlandse fosfaatproductie zal daarom met 4% moeten worden gereduceerd voor 2018. Dit percentage wordt vermeerderd met de mate waarin grondgebonden bedrijven en knelgevallen worden gecompenseerd. Cijfers wijzen uit dat de hoeveelheid rechten die wordt uitgedeeld op basis van de melkveestapel op 2 juli 2015 te groot is om zeker te stellen dat het fosfaatproductieplafond niet wordt overschreden. Dit betekent dat de rechten flink moeten worden afgeroomd. Elke keer bij het verhandelen van de fosfaatrechten zal er 10%  van de totale verhandelde fosfaatrechten vervallen. Deze maatregel zal worden gehanteerd totdat de fosfaatproductie weer onder het vastgestelde plafond is zakt. Nu bekend is wat de beperkende factoren zijn voor de Nederlandse veehouders, is het zaak om te bekijken wat wel perspectief biedt op het gebied van mestkosten besparing.

Kansen na de fosfaatrechten:

  1. De mineralen efficiëntie verbeteren, met de kringloopwijzer(melkveehouders)
  2. Samenwerking tussen akkerbouwer en veehouder(fosfaat plaatsing ruimte vergroten waardoor mogelijk het fosfaat plafond verhoogt kan worden, door een betere verdeling. (alle veehouders
  3. Door het scheiden en homogeniseren van mest kunnen de nutriënten verhoudingen worden verbetert, waardoor betere afzetmogelijkheden gecreëerd worden (varken, kalverhouders en akkerbouwers)
  4. Export kansen mest vergroten (door bewerking, verwerking en waardestijging, (marketing.

Wanneer veehouders de mineralen efficiëntie op hun melkbedrijven verbeteren kan er groeiruimte gecreëerd worden. Met het verbeteren van de mineralen efficiëntie kunnen de fosfaatwaardes in mest verlaagd worden, waardoor er  fosfaatruimte ontstaat. Dit houdt in dat de veehouder met hetzelfde aantal fosfaatrechten meer koeien kan melken.

Ook is het belangrijk dat er een juiste samenwerking ontstaat tussen veehouder en akkerbouwer. Door samen te werken zal de mestverdeling in Nederland verbeterd worden en kan er meer fosfaatplaatsing ruimte gecreëerd worden. Dit betekend dat in de toekomst het fosfaatplafond verhoogd kan worden(marketing. Het bewerken van mest kan hier ook aan bijdragen. Door bewerking van mest stijgt de waarde hierdoor wordt deze interessanter voor akkerbouwers. De veehouders kunnen 2 soorten mest aanbieden, namelijk: ‘dunne en dikke fractie’. De dunne fractie is interessant door het lage fosfaatgehalte en de hoge stikstof gehaltes. De dikke fractie bevat het hoge fosfaat waardoor deze efficiënter afgevoerd kan worden (minder m3. Wil een akkerbouw zijn organische stof gehalte in de grond verhogen dan is de dikke fractie daar ook een optie voor.

Door het bewerken van de mest kunnen de export kansen vergroot worden. De kwaliteit van de mest wordt hierdoor verbeterd waardoor deze mest gemakkelijker afgezet kan worden in het buitenland. Dit heeft als gevolg dat de vraag toeneemt en de waarde van de mest stijgt. Hierdoor zullen de mestkosten in Nederland afnemen.

Het credo is: ‘Optimalisatie van voer en mest biedt kansen voor de toekomst’.

 

 

fosfaatrecht mestscheider keydollar

Mesten op maat met dunne fractie

Het scheiden van mest wordt met name ingezet voor het produceren van boxstrooisel of voor het het afzetten van mest. Wat veel gebruikers van een mestscheider niet weten is dat de dunne fractie uitstekend kan worden gebruikt om meer geconcentreerd nutriënten bij het gewas te brengen. Proeven toonden aan dat de dunne fractie de efficiëntie van kunstmest kan benaderen. Echter kan dunne fractie niet gezien worden als complete vervanger van kunstmest.

Klik hier voor het volledige artikel

Bron: melkveebedrijf

subsidie jonge landbouwers

Subsidie Jonge Landbouwers v.a. 1 Maart 2016